donderdag 5 juni 2014
Salvador Dali - Een biografie
'Het enige verschil tussen een gek en mij, is dat ik niet gek
ben'
Zijn
jeugd
Op
11 mei 1904 wordt de Spaanse schilder Salvador Dali geboren in het plaatsje
Figueras, in de provincie Catalonië, als zoon van een notaris. Drie jaar voor
zijn geboorte is een oudere broer gestorven, die ook Salvador heette. Hierdoor
wordt hij als kind ontzettend verwend door zijn moeder. Hoewel hij zich graag
in de watten laat leggen, lijkt het wel of hij altijd aandacht te kort komt. Al
op jonge leeftijd blijkt zijn belangstelling voor de schilderkunst - een beroep
waar zijn vader niet heel enthousiast over is, maar hij gaat vastbesloten zijn
eigen weg. Mede door zijn eigenzinnigheid, zal hij de meest absurdistische,
surrealistische en mystieke schilder van zijn tijd worden.
In
zijn jeugd laat Salvador een aantal vreemde gedragingen zien, die deels samen
hangen met het overlijden van zijn oudere broer, maar die toch ook hun
oorsprong lijken te hebben in het eigenaardige karakter van jongen zelf. In
zijn eigen geschriften vermeldt hij een aantal eigenaardige en stuitende dingen
die hij deed in zijn vroege jeugd. Zo duwt hij als vijfjarige, zonder reden,
een ander jongetje van een brug, vier meter naar beneden op de rotsen. Hierna
rent hij naar huis om het aan zijn ouders te vertellen. Ook bijt hij een
vleermuis de kop af, nadat hij het diertje eerst heel lang heeft geknuffeld.
Als hij zes jaar is, geeft hij plotseling zijn jongere zusje van drie, die op
de grond rond kruipt, een flinke schop tegen haar hoofd. Een andere keer
striemt hij met een harde borstel, midden in het gezicht van de dokter, die
zijn zusje haar oren wil onderzoeken. De arme man jankt van de pijn.
Op
zijn zestiende laat hij zich op school met opzet van een hoge trap naar beneden
vallen, waarbij hij gewond raakt. Vier dagen daarna doet hij het zelfde, en
daarna nog eens. De krijsende gil die hij laat horen voordat hij zich laat
vallen, doet zijn schoolkameraden huiveren. Kenmerkend voor deze gedragingen,
is dat hij in plaats van een schuldgevoel, juist een intense en extatische
vreugde ervaart. Als deze jeugdige gedragingen in samenhang gezien worden met
zijn latere extreme en impulsieve gedragingen, (zoals het vernielen van een
etalage in New York waar zijn kunst wordt tentoongesteld), lijkt een hedendaagse
diagnose als ADHD niet onwaarschijnlijk. En mogelijk is dat niet het enige waar
hij last van heeft. Hij zal later niet toevallig, zijn visionaire manier van
schilderen omschrijven als de ‘paranoïde kritische methode’.
Wat
het leven van Dali als mens en als kunstenaar later zo apart maakt, is dat de
impulsiviteit en buitensporigheid van zijn karakter, zich paart aan een
ongekend schildertalent, en een buitengewone gave voor het verkrijgen van
publiciteit, middels zijn excentrieke gedrag. In zijn eigen land, nog voor zijn
echte roem in Parijs begint, is hij al een opvallende persoonlijkheid. Zo wordt
hij vanwege zijn eigenzinnige mening en zijn kritiek op de docenten van de
kunstacademie van Madrid gestuurd.
“Mijn
verlangen om voortdurend en systematisch het tegenovergestelde te doen van wat
ieder ander doet, zet mij aan tot buitensporigheden, waarmee ik me al snel van
een waarlijke populariteit verzeker in de artistieke milieus van Madrid.”
Zijn vader
Dali
is in alles extreem en dit zet ook de relatie met zijn vader onder druk, die
hij dwangmatig probeert voorbij te streven. Zijn vader is een redelijk
onafhankelijke man, die in het katholieke Spanje niet naar de kerk gaat, maar
in plaats daarvan zijn liberale en atheïstische boeken leest, zoals Nietzsche.
Dali wil veel verder gaan in het ‘vrijdenken’ dan zijn vader en dat geeft
botsingen.
“Ik
werd verbannen omdat ik té zorgvuldig en met een té letterlijke volgzaamheid de
atheïstische en anarchistische lessen bestudeerd had in de boeken van mijn
vader, die niet kon dulden dat ik hem in alles evenaarde en, vooral, dat mijn
blasfemie nog veel bijtender was dan de zijne.”
De
echte problemen tussen hen, beginnen op het moment dat hij van de kunstacademie
wordt verwijderd. Hij weigert een examenopdracht over de schilder Rafael, omdat
hij vindt dat hij 'zoveel weet' van Rafael, dat hij zijn drie leraren niet in
staat acht om hem hierover te examineren! Het is voor zijn vader, die zelf ook
een kunstliefhebber is, pijnlijk om te zien hoe zijn zoon op die manier zijn
kansen vergooit. Hoewel zijn vader veel van hem accepteert, zal het toch tot
een breuk komen met zijn zoon, op het moment dat Dali gaat samenwonen met Gala,
een gescheiden vrouw. Dali ontmoet zijn toekomstige vrouw voor het eerst op een
surrealistische bijeenkomst, als ze nog getrouwd is met Paul Eluard. Ze voelen
zich tot elkaar aangetrokken op een mysterieuze en onvermijdelijke manier. Niet
lang na hun ontmoeting verlaat Gala haar echtgenoot en wordt de vrouw van Dali.
Zijn vader die hier fel op tegen is, ontzegd hem hierop de toegang tot zijn
huis.
De
Surrealisten
In
1929 als Dali 25 jaar is, treedt hij in Parijs toe tot de Surrealisten, een
literaire en kunstzinnige beweging, rond Andre Breton. De surrealisten streven
naar maatschappelijke vernieuwing, door in hun kunstuitingen de nadruk te
leggen op de irrationaliteit en het onbewuste. Er heerst na de eerste
wereldoorlog bij veel intellectuelen teleurstelling over de
vooruitgangsidealen, die gebaseerd waren op rationaliteit. De surrealisten
willen in hun werk het onderbewuste laten spreken, de vrije associaties van de
droomtoestand weergeven (invloed van Freud), zonder logica of moreel oordeel.
Ze willen de kwaliteit van de menselijke ervaring verbeteren, op het
persoonlijke, sociale, culturele of politieke vlak, door vrij te breken van
beperkende gewoonten en structuren. De surrealistische kunst brengt voorwerpen
die niet bij elkaar horen in één voorstelling bijeen, of plaats ze in vreemde
verhoudingen of volgorde, om ‘onlogische en wonderlijke effecten’ teweeg te
brengen. Dali sluit zich bij hen aan, omdat hij gelooft dat ze in staat zijn de
mens te bevrijden van ‘de tirannie van de praktische en rationele wereld’.
Het
surrealisme is voor zijn ontwikkeling van groot belang, omdat hij daarin alles
kwijt kan, wat hij aan inspirerende en krankzinnige ideeën met zich mee draagt.
Zo vastbesloten als hij eens was om zijn vaders atheïsme naar de kroon te
steken, zo zet hij zich er nu obsessief toe aan, om de meest surrealistische
surrealist te worden die de wereld ooit gezien heeft! Hoewel de surrealisten
eerst blij met hem zijn, merken ze al gauw dat Dali binnen de beweging zijn
eigen leventje gaat leiden. Hij streeft er heimelijk naar de beweging over te
nemen, maar gaat geen directe confrontatie aan met Breton. Wel doet hij zijn
best om hem zo veel mogelijk te irriteren, door moedwillig politieke figuren te
verwerken in zijn kunst (Hitler, Lenin, enz) die voor Dali zelf volstrekt geen
politieke, maar louter surrealistische betekenis hebben. Hiermee stelt hij zich
op kunstzinnige wijze boven de andere surrealisten, die allemaal direct of indirect,
ook een politiek en maatschappelijk engagement hebben. Dali wil zich hier niet
door laten beperken en staat graag op Bretons politiek correcte (marxistische)
tenen door eindeloos over Hitlers’ weke ruggevlees te spreken.
Breuk met
Surrealisten
Ondanks
dat hij meer dan eens te ver lijkt te zijn gegaan in zijn provocaties naar
Breton, weet Dali verscheidene moties van wantrouwen te overleven, niet in de
laatste plaats vanwege zijn enorme succes als schilder. Hij brengt de
surrealisten veel publiciteit en dankzij hem krijgt het surrealisme veel nieuwe
impulsen. Langzaam maar zeker raakt hij er van overtuigd dat niemand van de
surrealisten zo ver wil gaan als hij en dat als gevolg hiervan, geen van hen
tot echt sublieme ervaringen kan komen. Hij drijft zijn provocaties tot het
uiterste door en wordt uiteindelijk uit de groep gezet. Over het surrealisme
zegt hij later:
”
Het surrealisme dat ben ik! En ik geloof daaraan, want ik ben de enige die er
mee door gaat. Ik heb niets verloochend, nee, ik heb juist alles opnieuw
bevestigd, gesublimeerd, gehierarchiseerd, gerationaliseerd, gedematerialiseerd
en vergeestelijkt. Mijn huidige nucleaire mysticisme is slechts de vrucht,
geïnspireerd door de Heilige geest, van de demonische en surrealistische
ervaringen uit het begin van mijn leven.”
New York
Na
zijn breuk met de surrealisten gaan Dali en Gala naar New York waar ze 8 jaar
blijven. Dali heeft er veel succes en krijgt vele opdrachten. Hij maakt er
achttien grote schilderijen waaronder Christoffel Columbus, de Hallucinogene
Toreador en het Laatste Avondmaal. In 1949 keert hij terug naar Europa, waar
hij zich definitief vestigt in zijn geboorteplaats Figueras. Hij zal vanaf dan
een leven leiden van afwisselend in de openbaarheid verschijnen en de show
stelen in New York en Parijs, en periodes in zijn eigen huis waar hij in alle
rust kan schilderen. Vanaf 1960 tot 1974 werkt hij aan zijn eigen Dali-museum
in Figueras, dat ook fungeert als theater. Naast het schilderen houdt hij zich
met beelden, objecten, juwelen, interieurs, decors voor theaterstukken en vele
andere zaken waar hij zijn veelzijdige creativiteit mee kan uitleven.
In 1982 vindt de meest aangrijpende gebeurtenis plaats in het leven van Salvador
Dali, als zijn vrouw Gala Diakonoff op 89 jarige leeftijd overlijdt. Vanaf dat
moment gaat het snel slechter met Dali. Als eerste doet hij een zelfmoordpoging
door ‘uitdroging’. (Volgens één van zijn speciale theorieën kan iemand hiermee
later weer tot leven worden gewekt)
Het
resultaat is dat hij zijn verdere leven geen vast voedsel meer kan doorslikken
en door een sonde gevoed moet worden. Een andere keer verbrandt hij bijna
levend doordat zijn nachthemd vlam vat, na een kortsluiting van het belletje
naast zijn ziekbed. Na de dood van zijn vrouw is Dali niet meer in staat
noemenswaardige kunst te maken. Op 23 januari 1989 sterft hij aan een hartstilstand.
Hij laat zijn gehele werk na aan de Spaanse staat.
Zijn werk
Dali
was in zijn levenswijze net als in zijn kunstwerken, volkomen surrealistisch.
Hij haalde zoveel dwaze toeren uit dat men zich soms afvroeg of hij gek was, of
dat hij een uitgekookte campagne voerde om meer geld te kunnen verdienen.
Gezien zijn openlijke liefdesverklaring aan goud en dollars, is dat laatste
zeker een deel van de waarheid. Maar Dali was niet gek. Met alles had hij een
bedoeling en achter veel van zijn absurdistische ideeën, zat een duidelijke
strategie. Hij was behalve een excentriek en aandachtsbehoeftig mens, ook een
doelgericht persoon die lang van tevoren wist waar hij wilde uitkomen. Het
belangrijkste doel van zijn theatrale optredens, was om te laten zien dat hij
zich niet wenste te beperken tot de voorgeschreven regels van een bepaalde
kunststroming.
Universaliteit
Voor
hem ging het surrealisme niet alleen over het onbewuste, zoals bij Breton en de
anderen, maar breidde het zich uit tot het gehele universum. Het omvatte ook
wiskunde, atoomenergie, natuurmystiek, alles wat ‘eetbaar’ is, mode,
uitvindingen, bloemen, erotiek, en nog veel meer. Zijn zelfpresentatie vormde
zo sterk een geheel met zijn schilderkunst, dat het haast belachelijk lijkt de
twee te willen scheiden, zoals sommigen die niet van zijn zelfingenomenheid
gecharmeerd waren, graag wilden. Ook in zijn boeken en in de interviews die hij
heeft gegeven, komt de échte Dali naar voren. Alles wat hij schildert,
ontwerpt, schrijft, of zegt, vormt één geheel. En alles, hoe absurd ook, heeft
op de één of andere manier betekenis in zijn Daliaanse kosmologie.
“Het
schilderaspect is bij mij het minst belangrijke. Waar het om gaat is de
nagenoeg keizerlijke structuur van mijn genie. De schilderkunst is niet meer
dan een oneindig klein gedeelte van dat genie. Ik druk me, zoals je weet uit
door middel van juwelen, bloemperken, tuinen, erotiek, mysticisme.”
Hij
was niet zomaar een exponent van het surrealisme. Eerder was het surrealisme
een opstapje, naar de wereld van het ‘goddelijke zwijn’, Salvador Dali. Om deze
wereld aanschouwelijk te maken, deed hij de meest uitzonderlijke dingen. Zo
kwam hij voor een lezing aan de Sorbonne over ‘het kantwerkstertje van Vermeer
en de Rinocheros’, aangereden in een rolls royce, overdekt met duizend
bloemkolen. In Rome kroop hij uit een kubistisch ei en hield een vlammende
redevoering in het latijn. In Nice kondigde hij aan een film te willen maken
over een vrouw die verliefd wordt op een kruiwagen. In Parijs hield hij, na een
lange optocht met een brood van vijftien meter dwars door de stad, een hysterische
toespraak over Heisenbergs’ kosmische lijm. In Londen verklaarde hij dat hij en
Gala, de incarnatie zijn van Castor en Pollux. “Gala en ik, wij zijn de
kinderen van Jupiter”. In New York stapte hij in een gouden ruimtepak in een
doorzichtige kogel, de ‘nieuwe manier van voortbewegen’.
Naast
zijn absurde gedragingen, heeft Dali ook serieuze pogingen gedaan om zijn
ideeën over kunst over te brengen op de latere generaties. In zijn boek
‘Vijftig gereedschappen voor magisch vakmanschap’, zet hij uiteen wat de beste
manier is om realistisch te schilderen. Hij neemt in het boek ook een schema
op, met een cijferbeoordeling van bekende schilders van vroeger tot nu. Ze
worden beoordeeld op vakmanschap, originaliteit, inspiratie, ontwerp,
genialiteit, mysterie, authenticiteit, enz. Hoog in deze lijst scoren Da Vinci,
Velasquez, Vermeer en Rafael, terwijl Manet, Meissonier en Mondriaan zéér laag
uitkomen.
Dali
heeft altijd gezegd dat hij fotografisch wilde schilderen. Hij probeerde het
visionaire beeld in zijn hoofd, zo getrouw mogelijk op het doek over te
brengen, alsof hij er een foto van had gemaakt. Met de ‘paranoïde kritische
methode’ wilde hij het irrationele concreet en echt maken.
“Heel
mijn eerzucht op het gebied van de schilderkunst, bestaat daarin om de
voorstellingen van de concrete irrationaliteit met de heerzuchtigste
nauwkeurigheid tastbaar te maken…voorstellingen die voorlopig noch door
logische beschouwing, noch door rationele mechanismen zijn te verklaren of
daartoe te reduceren.”
“Ik
geloof in magie, die uiteindelijk eenvoudig bestaat uit het vermogen de
fantasie in de werkelijkheid te concretiseren. Onze overgemechaniseerde tijd
onderschat de mogelijkheden van de irrationele fantasie, die weliswaar niet
praktisch lijkt maar toch aan het begin staat van al deze
ontdekkingen… "
Tegen moderne
kunst
Dali
wordt later in zijn leven een steeds hartstochtelijker voorstander van de
klassieke kunst uit de renaissance. En gelijktijdig hiermee, een fel
tegenstander van de moderne kunst van zijn eigen tijd. Hij verklaart dat het
zijn taak is de ware kunst te redden (Salvador = Redder) en de moderne kunst te
vernietigen. Zijn werken worden langzamerhand steeds klassieker, katholieker,
mystieker en toch blijven ze door en door surrealistisch. In het werk van
Salvador Dali zijn traditie en moderniteit op een perfecte manier tot een
synthese gekomen. Geest en Materie, geloof en wetenschap, hardheid en
zachtheid, alles vormt een zuiver gedifferentieerde en harmonische
eenheid.
Critici
Kunstcritici
weten vaak niet goed wat ze met Dali aanmoeten. Zijn terugkeer naar de vroegere
kunst, zijn uitstoting uit de surrealistische beweging, het uitwijden over zijn
mystieke visioenen, zijn weigering geëngageerd te zijn of politiek stelling te
nemen, en tal van andere zaken die hem tot een cultureel ‘incorrecte’ figuur
maken, zouden genoeg moeten zijn om hem als kunstenaar van belang af te
schrijven. Het probleem voor deze critici is echter, dat Dali wel degelijk
vernieuwing brengt op veel gebieden, ondanks zijn halsstarrige conservatieve en
vervelende mystieke ideeën, waar de postmoderne cultuur van die dagen zo graag
vanaf wil. Dali is een vreemde mengeling van de meest hallucinerende
subjectiviteit, die in alle materie alleen maar geest ziet, alsook van een absolutistische
objectiviteit, die alleen gelooft in dingen die hij kan eten en zaken die
wetenschappelijk zijn bewezen.
Hij
irriteert de culturele elite in levensbeschouwelijke zin, door in het
‘irrationele’ juist een hogere intelligentie te zien die terugvoert naar de
mystici uit het verleden, alsook door zijn geloof in harde wetenschap,
die eveneens de opponent is van het existentialistische klimaat, dat de
individuele waardebepaling van de mens hooguit wil verankeren in
sociaal-politieke theorieën. Maar ze kunnen zijn genialiteit niet
negeren. Ondanks dat veel van de dingen die hij zegt en doet de culturele elite
niet aanstaan, kunnen ze niet om zijn genie en vakmanschap heen. Bovendien is
het onmogelijk om iemand te negeren die zo verschrikkelijk de aandacht op
zichzelf blijft vestigen in de media, als Salvador Dali!
Spirituele
betekenis van Salvador Dali
Salvador
Dali had een bijzonder relatie met zijn vrouw. Zij was de eerste die zijn
volledige potentieelbegreep en die hem ervan doordrong dat hij groter was dan
de surrealistische beweging. Ze verteldehem dat er in deze zogenaamd
revolutionaire beweging, uiteindelijk net zoveel bemoeizucht en bekrompenheid
heerste als in de burgerlijke maatschappij waar ze uit wilden ontsnappen. Dali
en Gala waren een spirituele twee-eenheid en met haar als zijn muze, zijn
‘godin van de overwinning’, werd zijn kunst spiritueel klassiek.
“Gala
heeft me van al mijn angsten genezen. Die aanvallen van waanzinnig lachen, die
morbide stemmingen, zij maakte er een einde aan. Zij heeft mijn dwalingen tot
klassieke vormen herleid en gesublimeerd. En het classicisme heeft me van de
waanzin gered”
“Met
de intuïtie van een medium had ze precies begrepen wat mijn voor iedereen zo
onverklaarbare lachen betekende. Ze wist dat mijn lachen geheel en al
verschillend was van het gebruikelijke ‘vrolijke’ gelach. Nee, mijn lachen was
niet sceptisch; het was maniakaal. Mijn gelach was niet oppervlakkig; het was
ineenstorting, afgrond, ontsteltenis. En van alle schrikaanjagende lachbuien
die ze al van mij had gehoord, was deze tegelijk speciaal voor haar en de meest
catastrofale, degene waarmee ik mij van de grootste hoogte naar beneden aan
haar voeten wierp! Ze zei:‘Mijn kleine jongen! We zullen elkaar nooit meer
verlaten.”
Wat
opvalt in de psyche van Dali, is dat hij samen met zijn meesterschap over het
irrationele, ook altijd in staat is geweest het leven zuiver rationeel te
benaderen. Niet voor niets was hij geïnteresseerd in de nieuwste wetenschappelijke
ontdekkingen. Hij verweet andere kunstenaars zwakte en onvolledigheid, omdat
voor hen alléén het irrationele bestond.
“Ik
was niet van plan me te onderwerpen aan het irrationele ter wille van het
irrationele, aan het narcistische en passieve irrationalisme zoals dat door de
anderen beoefend werd, nee, volstrekt het tegenovergestelde zou ik doen, ik zou
vechten voor de ‘overwinning van het irrationele’. Intussen lieten mijn
vrienden zich overrompelen door het irrationele, ze bezweken zoals zoveel anderen,
Nietzsche incluis, aan deze romantische zwakheid”
Hij
klinkt bijna platonisch als hij spreekt over een ‘weten’ dat de mens aangeboren
is:
“Dat
het totale weten in ons gelegd is, daar twijfel ik niet een seconde aan. We
zoeken niets wat niet reeds onder de koepel van de geest ligt besloten, en we
zouden wiskunde noch Chinees kunnen leren wanneer de exacte wetenschappen en de
talen niet reeds door onze slapende wateren zweefden”.
Vóór
alles kwam de spiritualiteit van Dali tot uiting in de veelomvattendheid van
zijn benadering en zijn categorische weigering om iets te kiezen, boven iets
anders. Hij was een scheppend genie die voor zijn inspiratie het hele universum
gebruikte en die van iedere serieuze mening van anderen bewust een karikatuur maakte,
om het overzicht niet te verliezen over het grotere geheel. Hij deed zijn
uiterste best om nooit iemand anders te worden dan Dali, en om het
transcendentale karakter van die missie goed te benadrukken, sprak hij in dat
verband veel over de ‘Goddelijke Dali’.
“Ik
wil de verborgen krachten en wetten der dingen zien en begrijpen om ze te
beheersen. Ik heb de geniale ingeving dat ik beschik over een buitengewoon
wapen om tot de kern van de waarheid door te dringen: het mysticisme, oftewel
de diepgaande intuïtie van dat wat is, de directe communicatie met het
algehele, het absolute visioen door de genade van de waarheid, door de genade
van God”
Hij
sprak steeds explicieter over de betekenis van zijn kunst en van het leven.
Waar hij in zijn surrealistische tijd een verborgen betekenis in zijn werken
vermoedde, heeft hij zich later bekeerd tot de openlijke mystieke beleving. Hij
beseft dan dat zijn werk de voortzetting is van eeuwenoude tradities en een
expressie van de ‘eeuwige wijsheid’.
“De
erotiek, de hallucinogene drugs, de atoomwetenschap, de gotische architectuur
van Gaudi, mijn liefde voor goud – dat alles laat zich onder een
gemeenschappelijke noemer brengen: God is alom aanwezig. Hetzelfde wonder
heerst in het hart aller dingen en alle wegen leiden tot dezelfde openbaring:
wij zijn kinderen van god en het gehele universum is gemaakt ter vervolmaking
van de mens.”
Citaten:
“Elke morgen als ik
wakker wordt, ervaar ik een bijzondere verrukking…: de verrukking Salvador Dali
te zijn, en in vervoering vraag ik me af wat hij vandaag weer voor
wonderbaarlijks zal volbrengen, deze Salvador Dali”
“Het feit dat ik,
zelfs op het moment dat ik schilder, de betekenis van mijn schilderijen niet
begrijp, wil niet zeggen dat ze geen betekenis hebben”
“Een schilderij
betekent waarlijk niet veel, vergeleken bij de magie die constant van mij
afstraalt”
“Ik heb het altijd
betreurd dat mijn vader niet kon begrijpen hoe uniek Gala was en wat zij
allemaal voor mijn welzijn had betekend.”
“De jonge schilders
van tegenwoordig geloven nergens in. Het is dus normaal dat een mens die
nergens in gelooft, uiteindelijk zo goed als niets schildert, wat het geval is
in de gehele moderne schilderkunst, inclusief de abstracte, esthetische en
academische kunst”
“Laten we aannemen dat
ik sterf. Ik zou niet willen dat men dan zomaar zegt:”Dali is dood”. Ik wil dat
men eraan toevoegt:”Dali is weer eens anders dan anderen. Hij heeft zich laten
invriezen”
“Ik heb al die tijd
door de dichtheid van het verstrengelde en demonische vlees van mijn leven de
hemel gezocht – de hemel! Betreurenswaardig is hij, die dit nog niet heeft
begrepen!”
Salvador
Dali moest getuigen in een proces in New York. In zijn verklaring zei hij
terloops dat hij ‘de beste schilder ter wereld’ was. Toen enkele vrienden hem
er na afloop op attendeerden dat hij wel wat bescheidener had kunnen zijn,
antwoordde Dali: ‘Ik moest het wel zeggen. Ik stond toch onder ede?”
Abonneren op:
Posts (Atom)